Piter Jelles Troelstra-Stiens
Pieter Jelles Troelstra (1860 - 1930), geboren in Leeuwarden en opgegroeid in Stiens streed voor de rechten van de arbeidersklasse. Hij is bekend geworden als de socialistische leider die in november 1918 in Nederland de socialistische revolutie wilde uitroepen.
Jonge jaren
Niets in de jeugd van Pieter Jelles wijst erop dat hij later zou uitgroeien tot volksheld. Zijn vader verdient een goed belegde boterham als rijksontvanger van de belastingen en wethouder. Weliswaar een liberaal maar zeker geen socialistisch milieu. De jonge Pieter Jelles doet, zoals het hoorde, een keurige rechtenstudie en wordt daarna advocaat. Maar, Pieter Jelles Troelstra was al vroeg bezig met andere bezigheden.
De dichter Piter Jelles
Troelstra groeide op in Stiens en in zijn middelbare-schooltijd ontpopte hij zich tot een dichter. Hij werkte met schrijvers als Tsjalling Halbertsma en Onno Sytstra. Met de laatste bracht hij in 1881 de dichtbundel It jonge Fryslân uit. In die jaren noemde de Stienser zich zelf 'Piter Jelles' en richtte ook nog het toneelgezelschap Gysbert Japiks op, zat in de redactie van het literaire tijdschrift For hûs en hiem ('Voor huis en erf') en maakte het Nij Frysk lieteboek, dat in 1886 verscheen.
Erbarmelijke omstandigheden
Als advocaat komt Troelstra in aanraking met de erbarmelijke omstandigheden. Een groot deel van de bevolking tegen het jaar 1900 had te maken met werkdagen van twaalf veertien uren. De lonen schamel en een werkgever kon iemand ontslaan. Er waren geen sociale- of ziekteverzekeringen of oudedagsvoorzieningen. Werd je ziek of ontslagen was de kans groot op armoede, in de steden leefde de arme bevolking in krotten en in stegen. Vanuit die samenleving werd Troelstra een politiek strijder, zowel in de Friese beweging als in de socialistische.
Tweede Kamerlid
In 1893 naar Amsterdam. Het jaar daarop stond hij mee aan de wieg van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) en vier jaar later in 1897, werd Piter Jelles gekozen in de Tweede Kamer. Daar toonde hij zich vooral een overtuigd anti-monarchist. Hij weigerde op Prinsjesdag aanwezig te zijn bij de opening van de Staten-Generaal, en organiseerde in plaats daarvan demonstraties in Den Haag.
Zaak Hogerhuis
De Hogerhuis-zaak was een geruchtmakend justitieel schandaal, waar heel Nederland tussen 1897 en 1900 over sprak. De broers Keimpe, Wybren en Marten Hogerhuis uit Beetgum werden beschuldigd van de mislukte roofoverval en door de rechtbank in Leeuwarden veroordeeld tot respectievelijk 12, 11 en 6 jaar gevangenisstraf. Het strenge vonnis was omstreden; socialisten, waarvan er in de omgeving veel leefden, spraken van klassenjustitie. Piter Jelles Troelstra was net leider van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) en vond dat er sprake was geweest van klassenjustitie en hij probeerde de zaak opnieuw aanhangig te maken via de Hoge Raad. Maar dat mislukte.
Revolutie
Na het uitbreken van de Russische revolutie na de Eerste Wereldoorlog, meende Troelstra zijn kans schoon te zien en riep de Nederlandse bevolking in 1918 op tot een socialistische revolutie. Dit mislukte en zijn oproep ging de geschiedenis in als de Vergissing van Troelstra; het was een grote teleurstelling voor hem. Troelstra begon zich langzamerhand uit de politiek terug te trekken.
Gedachten aan Stiens
Ondanks zijn verblijf in West-Nederland en de inspanningen voor de landelijke SDAP, schreef Troelstra rond zijn 50ste verjaardag een ode aan het dorp Stiens:
“Oud dorp, nu zie jij mij weerom. Als kind ging ik bij je vandaan, nu heb ik grijze haren.”
Pieter Jelles Troelstra overleed op 70-jarige leeftijd. Zijn begrafenis op 16 mei 1930 trok tussen de 35.000 en 40.000 bezoekers.
.