Noord-Friesland Buitendijks

een uniek natuurgebied

Noard-Fryslân Bûtendyks is een prachtig gebied van zomerpolders met drinkdobben, kwelders en kwelderwerken. Hier wordt een uniek natuurontwikkelingsproject uitgevoerd: zomerpolders worden omgetoverd tot kwelders. It Fryske Gea heeft maar liefst bijna 4000 hectare van het buitendijkse land in bezit: de Bildtpollen, het Noarderleech, de Keegen en Ferwert en Blije Bûtendyks. Voor vogels is het een ideaal leefgebied. Ze broeden er, zoeken er eten en vinden er rust.

Polders worden kwelders
Wie eens wil zien hoe mensen in staat zijn de zee te bedwingen en zelfs land op de zee te veroveren, kan zijn hart ophalen in Noard-Fryslãn Bûtendyks. De hoge Deltadijk aan de rand van het gebied is een prachtige uitkijkpost. Wie liever middenin de natuur staat, kan naar de bunker, een overblijfsel van de Tweede Wereldoorlog, in de zomerpolder van het Noarderleech lopen. Daar is het uitzicht over zomerpolder, kwelder en Waddenzee fantastisch.

In Noard-Fryslân Bûtendyks werkt It Fryske Gea aan een uniek project. De zomerpolders worden omgevormd tot kwelders, het zoute zeewater krijgt meer de ruimte. In het Noarderleech is op een oppervlakte van 135 hectare al een proefproject gestart. De natuur krijgt er een nieuwe kans, maar wel op een verantwoorde manier. Veiligheid eerst, blijft bij het doorsteken van zomerdijkjes het belangrijkste motto.
De hoge zeedijk is hier een harde grens tussen cultuur en natuur. Binnendijks ligt het uitgestrekte in cultuur gebrachte akkerbouwland dat zo kenmerkend is voor het Friese kleigebied. Niets doet hier vermoeden dat aan de andere kant van de Deltadijk zo’n grote verrassing wacht. Een weids landschap zonder bomen, gebouwen en hoogspanningsleidingen. Het dichtste bij liggen de zomerpolders die vooral als weiland worden gebruikt, een eind verderop de kwelder en de landaanwinningswerken met de rijsdammen. De Waddenzee zelf ligt op flinke afstand, maar nog wel binnen het blikveld. Met helder weer is aan de horizon Ameland te zien.
Opvallende elementen in de zomerpolders zijn de dobben, die als heuvels in dit verder zo vlakke landschap opdoemen. Als het zeewater bij heel hoge vloed bezit neemt van het buitendijkse land, is er voor het vee nog zoet water te vinden in deze dobben. Ooit zijn het er tientallen geweest, maar toen bij het in cultuur brengen van het buitendijkse land een waterleidingnet werd aangelegd, zijn de meeste drinkpoelen geslecht. De Westerdobbe, de Alde dobbe, de Oosterdobbe en nog vele kleinere bleven over. Bij het natuurontwikkelingsproject heeft It Fryske Gea er nog een aan toegevoegd: de Nije dobbe.
Voor vogelliefhebbers is Noard-Fryslân Bûtendyks een paradijs. Vooral in het winterseizoen zijn er gigantische aantallen ganzen. Met tienduizenden tegelijk zoeken vooral de rotgans en de brandgans hier hun voedsel. Van de rotgans verblijft soms een vijfde deel van de hele wereldpopulatie in dit buitendijkse land, van de brandgans zelfs een derde deel. Het is een geweldige belevenis om zoveel vogels bij elkaar te zien. Spectaculair wordt het zelfs als ze tegelijk opvliegen, bijvoorbeeld als ze onraad vermoeden. Een naderende slechtvalk, een snelle roofvogel die hier de laatste jaren ‘s winters regelmatig is, kan er voor zorgen dat de hele meute het luchtruim kiest. Ook de smient is een gast die hier soms massaal verblijft, op zoek naar voedsel en rust.

Luilekkerland voor vogels
Een prachtig tafereel is het dagelijks terugkerende verschijnsel van grote groepen vogels die hun voedsel zoeken in het slik. Bij afgaand water verspreiden ze zich over het uitgestrekte wad en bij opkomend tij concentreren ze zich op de hoogwatervluchtplaatsen en op de hooggelegen kwelder.
Er zijn tientallen soorten steltlopers die ieder jaar terugkeren voor een langer of korter verblijf in dit waddengebied. Het zijn vooral kluten, krombekstrandlopers, zwarte ruiters, kanoetstrandlopers, tureluurs, zilverplevieren, rosse grutto's, goudplevieren, wulpen en bonte strandlopers die hier langskomen om zich te goed te doen aan het voedsel dat het buitendijkse land te bieden heeft. Het is een luilekkerland voor deze vogels, met onvoorstelbare hoeveelheden kleine ongewervelde diertjes die zich in het slik ophouden, zoals slijkgarnaaltjes, zeeduizendpoten en krabbetjes. Schelpdieren als nonnetjes en kokkels vormen ook een rijke voedselbron. Andere vogelsoorten zoeken het meer tussen de begroeiing van zomerpolder en kwelder, waar ze spinnetjes, mijten, kreeftjes en kevers vinden. Prooien zijn er genoeg in dit zilte milieu. Er leven hier zeker zo’n 1500 soorten geleedpotige diertjes.
Het buitendijkse gebied kenmerkt zich vooral door zijn uitgestrektheid en rust. Dit zijn factoren die broedvogels weten te waarderen. In de zomerpolders zijn het vooral de bekende weidevogels die van zich laten horen, op de kwelders zoeken kolonievogels hun heil. Kokmeeuw, zilvermeeuw, kluut, visdiefje en noordse stern zijn er voorbeelden van. Meer verspreid broedt de tureluur, terwijl ook tientallen paren van de gele kwikstaart hier een geschikte broedgelegenheid weten te vinden. In totaal gaat het om duizelingwekkende aantallen. Om een indicatie te geven: in 1998 werden meer dan elfduizend broedparen van kweldervogels geteld. Ze trekken natuurlijk roofvogels aan. De slechtvalk is al genoemd, maar ook blauwe kiekendief, zeearend, buizerd, ruigpootbuizerd en torenvalk jagen hier.

Kleurig landschap
Het zijn niet alleen de vogels die het buitendijkse gebied zo aantrekkelijk maken voor de natuurliefhebber. Wat het landschap ook bijzonder maakt, is de kleur. Het zijn vooral de zoutminnende planten op de kwelder die er verantwoordelijk voor zijn. Spectaculair, in de zin van zeldzaam, zijn ze niet, maar al de verschillende soorten samen vormen wel een heel fraai mozaïek van kleuren. Zeekraal, schorrekruid, spiesmelde, gewone zoutmelde, zeeweegbree, melkkruid, aardbeiklaver en zeealsem, om maar een paar soorten te noemen die voor deze pracht verantwoordelijk zijn. Op de hogere kwelder gaat het om soorten als rood zwenkgras, herfstleeuwentand, zilverschoon en madeliefje. Ze dragen allemaal met hun eigen tint bij aan dit veelkleurige, speciale landschap. Tot in de herfst kunnen de bezoekers er van genieten. Het bruinrood van de zeekraal en het zilver van de zeealsem vallen al van verre op.
In de zomerpolders, die jarenlang uit landbouwkundig oogpunt zijn beheerd, zijn het nog cultuurgrassen die de boventoon voeren. In de slootjes en dobben groeien schedefonteinkruid, zanichellia en snavelruppia. Bijzonder is wel het zeegerst dat op sommige dammen te vinden is.

Toekomst
De rol van de landbouw zal de komende jaren in Noard-Fryslân Bûtendyks minder worden, ten gunste van de natuur. Het is een flinke omslag in denken geweest over het gebruik van het buitendijkse land. Ooit zijn de zomerpolders veroverd op de zee door het aangroeien van kwelders kunstmatig te versnellen, greppels en sloten te graven en het gewonnen land te omkaden met zomerdijkjes. Tot uitvoering van vooral door de landbouwsector gestimuleerde plannen om de Deltadijk te verplaatsen tot voorbij de landaanwinningswerken, is het nooit gekomen. Daarmee is een definitieve omvorming van het buitendijkse land tot akkerbouwgebied voorkomen. De natuur houdt hier nu de hoofdrol. Sterker nog, de zomerpolders zullen grotendeels weer worden omgetoverd tot kwelders. Dit is internationaal van belang omdat het areaal vastelandskwelders in het hele Europese waddengebied schaars is geworden. Uiteindelijk is het de bedoeling een aaneengesloten natuurlijk kwelderlandschap te laten ontstaan, van Zwarte Haan tot aan de pier van Holwerd. It Fryske Gea staat hier voor de uitdaging het natuurlijke mozaïek in de begroeiing van de kwelder terug te brengen.

Ontdek "Friesland Buitendijks" via een tocht met overdekte wagen langs slenken en geulen, met uitleg over historie, heden en flora en fauna: in het hoogseizoen iedere donderdagmiddag om 15.00 uur, lees meer >>

.
0



FacebookGoogleplusPinterestTwitter Instagram